Open Monumentendag 2005 staat in het teken van HOUT. Dankzij de bereidwillige medewerking van de militaire overheid kunnen we een programma aanbieden binnen de kazerne van Maria-ter-Heide. We gingen op zoek naar houten constructies of houtelementen in de gebouwen en leggen de link met de boeiende geschiedenis van het kamp uit de jaren tussen 1850 en 1940. Helaas bestaan zeer veel waardevolle en interessante gebouwen uit die periode Vandaag niet meer, de kazerne past zich immers voortdurend aan aan nieuwe noden en aan het moderne militair materiaal.
De geschiedenis van het militair kamp van Maria-ter-Heide gaat terug op het begin van de negentiende eeuw, toen Hollandse troepen dit open terrein uitkozen voor het oefenen met artilleriestukken. In die tijd was er van België nog geen sprake, na de nederlaag van Napoleon in Waterloo werd het Verenigd koninkrijk der Nederlanden opgericht met aan het hoofd koning Willem I. Het was koning Willem die de opdracht gaf tot het uitbouwen van een permanent militair oefenterrein aan de steenweg van Antwerpen naar Breda maar het zou nog tot na de Belgische revolutie van 1830 duren vooraleer de eerste stenen constructies verschijnen.
Vanaf de jaren 1837 begint het prille Belgische leger gebruik te maken van de terreinen van Maria-ter-Heide om er schietoefeningen te houden. Voorlopig logeren de soldaten nog steeds in tenten en tijdelijke hutten. Op 5 oktober 1852 wordt beslist om permanente installaties op te richten. Al snel verrijst het ene gebouw na het andere: barakken voor de manschappen, gebouwen voor onderofficieren, keukens, wachtlokaal, villa's voor de hoge officieren, magazijnen en stallingen.
Kanonnen en paarden.
Vanaf het einde van de jaren 1850 draait alles in de kazerne rond artillerie en dit is nog steeds zo tot op de dag van vandaag. In de beginperiode werkt men nog met primitieve kanonnen maar gaandeweg verbetert de technologie en verschijnen steeds krachtigere en zwaardere stukken geschut. Een constante hierbij is de rol van het paard. Tot aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog worden alle verplaatsingen van het geschut uitgevoerd door paarden. Deze dieren zijn voor de militairen van onmisbare waarde en worden zeer goed verzorgd'
en gehuisvest. In de jaren 1850 werden de eerste stallingen gebouwd waar ruim driehonderd , paarden een onderkomen vonden, ook de stalwachters , hadden er hun verblijven. In de loop van de negentiende eeuw wordt er zelfs een heuse paarden infirmerie gebouwd, welke vandaag helaas niet meer bestaat. In de loop van de negentiende en aan het begin van de twintigste eeuw breidt de kazerne gestaag uit. Er komen steeds meer gebouwen en het aantal soldaten neemt voortdurend toe. Naast de artillerie oefent ook de infanterie en de burgerwacht in Brasschaat. Het grootste gedeelte van de nu nog aanwezige gebouwen dateert uit deze periode van hoogbloei van het militair kamp.
Koninginnentheater
Na de Eerste Wereldoorlog, die voor het kamp van Brasschaat zonder al te veel noemswaardige gebeurtenissen afloopt, verschijnt in het kamp een nieuw gebouw: een theater. Niet zomaar een theater maar een gebouw dat oorspronkelijk dienst deed achter het front in Vlaanderen in Eggewaartskapelle. De constructie van het, theater gaat terug op de houten fronttheaters die in opdracht van koningin Elisabeth werden gebouwd om aan de soldaten achter de IJzer wat verstrooiing en amusement te bieden. Het gebouw staat nu nog steeds in Maria-ter-Heide en is een onderdeel van het artilleriemuseum. Spijtig genoeg is er van de oorspronkelijke architectuur van het theater haast niets meer te zien.
Hout in het kamp.
De Open Monumentendag 2005 staat in het teken van HOUT. Dankzij de bereidwillige medewerking van de militaire overheid kunnen we een programma aanbieden binnen de kazerne van Maria-ter-Heide. Wegingen op zoek naar houten constructies of houtelementen in de gebouwen en leggen de link met de boeiende geschiedenis van het kamp uit de jaren tussen 1850 en 1940. Helaas' bestaan zeer veel waardevolle en interessante gebouwen uit die periode vandaag niet meer, de kazerne past-zich immers voortdurend aan aan nieuwe noden en aan het moderne militair materiaal.
U krijgt de gelegenheid om het artilleriemuseum te bezoeken waar een beeld geschetst wordt van de geschiedenis van het kamp en waar u enkele unieke artilleriestukken kan bekijken (enkele nog met houten onderstel). Ook het verhaal van het koninginnentheater komt hier aan bod. Verder kan u wandelen langsheen de mooie houten gaanderij van de mess-onderofficieren (gebouw uit 1894) en tot slot staat een bezoek aan een van de in oorspronkelijke staat bewaarde paardenstallen op het programma. In de stal loopt voor de gelegenheid een tentoonstelling rond het thema Hout door leerlingen van de regionale academie voor beeldende kunsten. Ook de provinciale monumentenwacht demonstreert zijn werking in dit gebouw.